De lezing vat het
boek samen en wil op een bevattelijke en aanschouwelijke wijze twee
hoofdrolspelers in de geschiedenis van de Euregio Maas-Rijn voorstellen: het
graafschap Loon en het prinsbisdom Luik.
De ‘vaderlandse
geschiedenis’ is vaak beperkt gebleven tot en geschreven vanuit het standpunt
van de Nederlanden, waartoe Loon en Luik niet behoorden. Vanaf 1795 niet meer
in het Duitse Rijk, bleef ook bij de Duitse historici de interesse voor deze
regio’s voortaan beperkt. Een groot patrimonium bleef zo nauwelijks ontgonnen.
Het doel van deze lezing is onder meer aan te tonen dat door de ligging tussen
én het contact met verschillende omliggende culturen, de geschiedenis en
cultuurgeschiedenis van Loon en Luik bijzonder rijk zijn: Loon loont de moeite,
ook omdat haar geschiedenis een reeks typische, historische mechanismen
onderging, die de spreker blootlegt.
Uit de Karolingische
gouwen groeiden in de vroege Middeleeuwen talrijke heerlijkheden en
graafschappen, zoals het graafschap Loon. Het was door een ‘dubbele horizontale
vazalliteit’ verbonden met het prinsbisdom Luik en de Duitse keizer. Geprangd
tussen machtige buren, zoals de hertogen van Brabant en Jülich, was deze
leenband een broze levensverzekering. De graven van Loon trachtten door een
berekende huwelijkspolitiek in het Duitse Rijk, door het stichten van
stedelijke vrijheden en door het uitoefenen van voogdijrechten hun positie
verder te verstevigen; op termijn bleken deze pogingen echter juist hun
ondergang te versnellen.
Wanneer er vanaf 1366
geen wettelijke erfgenamen meer zijn, gaan de grafelijke rechten over op de
leenheer, de bisschop van Luik, zoals het leenrecht vereiste.
Na de pogingen om
Luik – en dus Loon – in het Bourgondische statencomplex in te lijven, worden
beide door de Habsburgers definitief in de Niederrheinisch-Westfälische Kreis
opgenomen. De prins-bisschoppen besturen Loon voortaan op een stiefmoederlijke
wijze. Zelf zijn ze speelbal van de talrijke krachten die in de Stedentijd en
Vorstentijd ageren: Duitse keizer en adel, kapittels, Luikse patriciërs en ambachten.
In deze lezing worden
niet alleen de mechanismen van de politiek-staatkundige evolutie geschetst,
maar ook bondig de sociaal-economische, religieuze en culturele ontwikkeling
van één van de boeiendste regio’s van West-Europa.